Thema 2009
Bolinder Munktell en Volvo

Voor veel mensen zijn Scandinavische merken altijd iets bijzonders geweest. Door hun aandacht aan kwaliteit vanwege barre weersomstandigheden staan de trekkers uit het noorden bekend als degelijk en betrouwbaar. Ook veiligheid is van oudsher een belangrijk punt geweest bij deze merken. Ook onder onze leden is er een groep die enthousiast is over met name Bolinder Munktell en Volvo.
In 2009 is het thema aan deze merken gewijd.

Het ontstaan van Munktells

Nadat in 1830 de dominees zoon Johan Theofron Munktell de eerste Zweedse typemachine had gebouwd stichtte hij op 27 jarige leeftijd in 1832 een eigen machinefabriek in de plaats Eskilstuna. Vanaf 1847 bouwden zij naast stoommachines ook dorsmachines. Het bedrijf maakte de eerste Zweedse locomotief voor de in 1850 aangelegde spoorwegen. Bijna 7000 stationaire locomobielen die afgeleid waren van deze locomotieven werden gebouwd. Hiervan werden er ook geëxporteerd naar Brazilië, Argentinië en Rusland. Munktell was niet alleen specialist in mobiele stoommachines maar vanaf 1905 ook in ruwe olie motoren. Door een chassis en een motor te combineren ontstond in 1913 de eerste tractor. Een 2 cilinder van 14 liter die maximaal 40 pk leverde en een gewicht had van 8 ton. De achterwielen hadden een diameter van 210 cm en de maximum snelheid was 3,2 km/u. Het koelsysteem had een inhoud van 400 liter. Met een constante snelheid van 550 omw./min. kon deze motor op verschillende brandstoffen draaien. Opvallend is dat op de trekkers Munktells stond. Waarom is mij niet duidelijk.

Omdat deze tractor te groot was, werd er na 1916 ook een kleiner model ontwikkeld. Dit resulteerde in 8 stuks van de 18-20 en in 1917 de 20-24. Hiervan werden er 320 gebouwd. Het gewicht was nog steeds groot, namelijk 4200 kg en de koeltank had een inhoud van 130 liter. Na 1920 fuseerde Munktells met NOHAB. Ondanks de grote order uit Rusland voor 1000 locomotieven die deze maatschappij had, ging het bergafwaarts en volgde een bankroet. Een aantal handelsbanken namen de boel over en deze beslisten in 1927 om de oude naam weer in ere te herstellen.

Bij de ontwikkeling van het vierde model in 1921 werd dankbaar gebruik gemaakt van de methode die Henry Ford had toegepast in de Fordson F. In een zelfdragend chassis huisde een 7.3 liter 2 cilinder semi-diesel motor van 22 pk bij 700 toeren. Van deze Munktell 22 werden er tot 1934 ongeveer 1500 gebouwd. Het starten gebeurde met lucht die tijdens het draaien in een tank werd gecomprimeerd. Een grotere uitvoering volgde in 1927 met de Munktell 30. De motor van dit type had een inhoud van maar liefst 10.1 liter. Van dit type werden er tot 1935 ongeveer 450 gemaakt.

Het ontstaan van Bolinder

Ondertussen hadden de gebroeders Carl Gerhard en Jean Bolinder in 1844 de Kungsholmens Gjuteri & Maskin Verkstad opgericht in Stockholm. Hun voornaamste producten waren zaagmachines en stoom machines. Voor de marine bouwden zij in 1883 de eerste Zweedse onderzeër met de mogelijkheid om torpedo's af te vuren. In 1893 waren zij de eerste Zweedse fabrikant die een motor in serie produceerden. Deze was door Weyland ontwikkeld, maar was niet succesvol en verdween snel van het toneel. Enkele jaren daarna brachten zij een 2 cilinder ruwe-olie scheepsmotor op de markt. In 1874 veranderde de maatschappijnaam in J. & C.G. Bolinder Mekaniska Verkstads AB. Vanaf 1897 produceerden zij een nieuwe generatie twee takt ruwe-olie motoren met meerdere cilinders. Deze motoren waren zo betrouwbaar dat 80% van de visserschepen er mee werd uitgerust. In 1935 werd weer een nieuwe generatie motoren ontwikkeld. Deze bleven in productie tot 1953.

Het ontstaan van Volvo

In april 1927 werd door Assar Gabrielsson en Gustaf Larson in Gothenburg onder de naam AB Volvo een nieuwe maatschappij opgericht . Beide heren werkten bij de bekende SKF lager fabrieken. De naam Volvo, wat in het latijns "ïk rol" betekend, was al twee jaar eerder geregistreerd en dekte verschillende producten. Volvo zou uitgroeien tot één van de grote spelers op de markt van transport middelen, waarbij in de begin jaren de belangrijkste producten personen- en vracht auto's waren.

Een nieuw merk

De recessie van 1930 bracht de twee fabrikanten bij elkaar. In 1932 precies 100 jaar na het ontstaan van Munktells fuseerden zij met Bolinder en werd de naam AB Bolinder-Munktell of kortweg BM.
Bolinder verhuisde naar Eskilstuna en werd de enige leverancier van motoren in de maatschappij, die naast tractoren ook dorsmachines, balenpersen, wegenbouw machines en gereedschap maakten. Het kleurschema was donkergroen voor het plaatwerk en rood/oranje voor het chassis en wielen.

De nieuwe BM tractoren

In 1934 kwam als eerste tractor van de nieuwe onderneming de BM 25 uit. Er lag een Bolinder W5 motor in. Een 2 cilinder semi-diesel van 5300 cc met een vermogen van 32 pk bij 900 omw./min. 4 versnellingen vooruit en een maximale snelheid van 6.2 km/u. Deze snelheid kon bij gebruik van rubber banden worden verhoogd. In 1939 werd het type gewijzigd in BM2.
Net voor het begin van de tweede wereld oorlog werd de 40 pk sterke BM3 geïntroduceerd. Tijdens de oorlog werd ook een deel van de productie voor vliegtuig motoren bestemd. Om vliegvelden aan te leggen werd begonnen met het bouwen van rups tractoren. Vanaf 1940 werden de eerste getrokken combines afgeleverd. 10 jaar later werden dit zelfrijdende machines zoals de BT52.

Vanwege de brandstof schaarste werden tractoren omgebouwd met houtgas generatoren. Omdat de eigen motoren hier minder geschikt voor waren, werden van Volvo 6 cilinder motoren ingekocht. Deze werden in het type BM4 gebouwd. Na enkele modificaties in de cilinderkop kon de BM2 ook gebruikt worden met de houtgas generator. Dit was de eerste samenwerking met Volvo.

Samenwerking tussen BM en Volvo

Vanwege de 2e wereldoorlog werd de productie van auto's en vrachtwagens ver gereduceerd en besloot Volvo ook kleinere tractoren te gaan bouwen. Een overeenkomst met Bolinder Munktell werd gesloten voor de levering van transmissies. Beide ondernemingen gingen dezelfde tractoren bouwen maar met verschillende motor, kleur en naam. Als basis diende de GBMV-1. Deze tractor kwam in 1944 op de markt en werd hernoemd in BM 20. Als extra luxe werd er een elektrische startmotor opgebouwd. De Volvo uitvoering in het rood werd het type T 41. De opvolger hiervan de T 43 was uitgevoerd met een Hesselman diesel motor in plaats van de gebruikelijke Otto motor. Ook kwam de BM 10 op de markt die kleine boeren ook in de gelegenheid stelde om te mechaniseren.

Fins uitstapje

In 1945 ging Bolinder Munktell in onderhandeling met het Finse State Canoon Works. Later werd dit de Valmet Paper Machinery. Hierbij zou in Finland onder licentie de BM tractoren worden gebouwd in Jyväskylä. De Finse Centrale bank keurde deze overeenkomst af. Wanneer deze deal was doorgegaan had de geschiedenis van zowel Bolinder Munktell als die van Valmet een andere wending gekregen.

Samenwerking wordt overname.

Na 1945 was de financiële positie van BM zeer sterk, maar een bank als eigenaar is geen goed uitgangspunt. Nadat IHC interesse had getoond om BM over te nemen, waagde Volvo zijn kans en kocht in 1950 BM op. De productie van Volvo tractoren werd verplaatst naar Eskilstuna. Wel bleef de distributie gescheiden. In 1952 werd afscheid genomen van de semie-diesel en het type BM 35/36 werd als eerste uitgerust met een nieuwe diesel motor type BM 1053. Met 42 pk bij 1800 omw./min. bleek dit een betrouwbare en zuinige krachtbron. De BM 10 werd vervangen door de BM 210 Tedy en uitgerust met een Austin benzine motor. De Volvo tegenhanger kreeg een benzine motor uit het Volvo huis. In 1955 was de 30 pk twee cilinder versie van de diesel motor klaar en de BM 230 Victor en Volvo T 230 werden hiermee uitgerust.

Nieuwe ontwikkelingen.

De gebroeders Lundberg construeerden een lader door bij een BM tractor het kroonwiel om te keren zodat de snelheden vooruit nu achteruit konden worden gebruikt. Uitgerust met een laadsysteem aan de achterzijde was dit product het begin van de productie van de bekende BM Volvo wegenbouw machines.
Bamse in Ösa maakte in 1957 een rups uitvoering van het model BM 230 en legde hiermee de basis voor bosbouw tractoren.

Een nieuwe kleur.

In 1957 werd de distributie van Volvo ondergebracht bij de BM poot. De verkoop bleef stijgen, zeker na de introductie in 1959 van de BM 350 Boxer. Deze bestseller leverde 52-56 pk uit een Bolinder 3 cilinder diesel motor van 3780 cc. Het aantal versnellingen was 10+2R. En er was een dubbele koppeling voorzien zodat er een onafhankelijke aftakas aandrijving was. Ongeveer 40.000 units werden er gemaakt waarvan er 26.000 uitgevoerd werden als landbouw tractor. Bij de introductie is zelfs een vierwiel aandrijving leverbaar geweest maar de markt was daar nog niet rijp voor. De tractoren werden voortaan in de rode Volvo kleur verkocht. De Bolinder motoren werden groen. In 1959 werd een 4 cilinder model toegevoegd. Dit werd de BM 470 Bison met een vermogen van 73 pk. In dat jaar werd de valbeugel verplicht in Zweden. BM ontwikkelde een veiligheids frame dat in de winter bekleed kon worden Zo ontstond een cabine die in de koude winter voor wat comfort zorgde.

Hoe gaat het verder.

In 1960 werd Arvika Thermaenius (AVA) ingelijfd. Dit was een combine en werktuigen fabrikant gevestigd in Hallsbers. Deze fabriek werd de thuisbasis voor de combine productie. Tot aan de naamvoering BM - Volvo waren de combines blauw van kleur.
Veel van de werktuigen productie werd overgedaan aan andere fabrikanten. Volvo wilde toentertijd geen full-liner worden.
De AVA ploegen bijvoorbeeld werden verkocht aan Överum. Later werd in deze fabriek de in opkomst zijnde cabines geproduceerd.

Nazaat van de AVA maaidorser fabriek.

De BM Volvo S1000A staat dit jaar in ons museum opgesteld

Perkins motoren.

Naast de BM 350 Boxer en de 2 cilinder BM 230 Victor was er behoefte aan een kleine tractor. Dit werd in 1961 de Buster T 320 van 40 pk. Omdat Bolinder geen 3 cilinder wilde ontwikkelen werd een Perkins motor gebruikt. Bezwaar van deze tractor was de snelheid. Hij had een 5+2R versnellingsbak. In 1964 werd het model al vernieuwd als Buster T 400 en kreeg opnieuw een Perkins motor met iets meer pk's. Een 8+2R versnellingsbak en een dubbele PTO snelheid was een duidelijke verbetering.
Omdat het Finse Valmet een verkoop punt in Zweden had gevestigd werden door BM-Volvo bij het Finse Fiskars bijna 700 Buster T 400 modellen geassembleerd tussen 1965 en 1967. Op dat moment waren de twee bedrijven nog volop concurrenten van elkaar. Steeds meer groeiden de twee bedrijven in elkaar. Na enige tijd werden de tractoren onder de naam BM-Volvo en

Bij een krachtige tractor hoort een krachtige naam.

Steeds meer groeiden de twee bedrijven in elkaar. De introductie van de eerste 6 cilinder tractor in 1966 was reden om het uiterlijk grondig aan te pakken. De styling van de T 800 met 100 pk Volvo D 50 motor was nieuw en voortaan prijkte de naam BM-Volvo op de neus en zijkanten. De tractor kon worden voorzien van een echte cabine.
In 1969 werd als antwoord op de concurrentie de Buster T 430 uitgerust met Trac Trol. Hiermee kon men de snelheid 1 trap verhogen zonder te koppelen. Dit systeem is in gebruik geweest tot 1993. Deze Buster werd ook weer met een Perkins 3 cilinder uitgerust.

Volvo eerst.

Na een wijziging in de organisatie structuur in 1973, waarbij landbouw, bosbouw en wegenbouw werden geconcentreerd in eigen divisies werd de naam gewijzigd in Volvo BM. Vele modellen volgden en de turbo diesel motor werd in 1976 in productie genomen. Na een samenwerking met IHC die de achterbruggen leverden voor de T 500 werd deze uitgebreid in 1977 waarbij IHC samen met Perkins de componenten leverden voor tractoren onder de 80 pk. Volvo concentreerde zich op het segment tussen de 80 en 125 pk en de introductie van een drie traps powershift.

Valmet

Het Finse Valmet (Valtion Metallihtaat) ontstond uit de tweede oorlog industrie. In 1949 was Valmet al bezig een tractor te ontwikkelen in de voormalige kanonnen fabriek in Tykkihdas. In 1951 werden de eerste drie prototypes bij boeren in de omtrek in bruikleen gegeven. Dit was een enorm succes en al vlug werd besloten een om een productie van 75 stuks in 1952 te maken. Hiervoor moest de productie verhuizen naar Jyväskylä. De naam werd veranderd in Valmet. Van hieruit ontwikkelde Valmet zich als een eigenzinnig maar betrouwbaar tractor merk met zelfs een vestiging in Brazilië. Vanwege de zware omstandigheden en specifieke eisen werden er in de loop van de tijd allerlei ontwikkelingen gestart zoals een kniktractor en in 1976 de 1502 bogie tractor. In 1967 lanceerden zij een nieuwe tractor serie, te beginnen met de 900 met een eigenzinnig uiterlijk.

Een nieuw tijdperk.

In november 1978 begonnen de onderhandelingen tussen Volvo BM en Valmet om de twee bedrijven samen te voegen. Een jaar later werd de definitieve overeenkomst gesloten, en kon worden begonnen met de ontwikkeling van een nieuwe Scandinavische tractor. Dit werd een lange weg en pas in 1982 werd de nieuwe tractor serie 04 en 05 gelanceerd onder de naam Volvo BM Valmet. Een compleet aanbod van moderne tractoren in 2 en 4 wiel aangedreven uitvoeringen van 60 tot 105 pk met een 16+8R versnellingsbak en een luxe cabine. Drie jaar later in 1985 verdween de naam Volvo BM definitief van de motorkap en bleef de naam Valmet als sterkste bestaan. Dit is in 1997 gewijzigd in Valtra-Valmet en in 2001 verder gegaan als Valtra. Nog steeds staat de Scandinavische tractor in hoog aanzien wat betreft duurzaamheid, betrouwbaarheid en veiligheid.

 

In deze stamboom is in één opslag de geschiedenis weergegeven.

Bronnen en foto's:
http://brattberget.net/
http://www.volvo.com
http://www.konditori100.se
http://www.devolvoman.nl
http://www.konedata.net/Traktorit/volvo.htm

Nog meer historie van BM-Volvo
Met dank aan A. Mol
Terug naar museum pagina.