Mensen die met deze trekker
hebben gewerkt of hem kennen vanuit hun jeugd, zijn nog steeds onder de indruk
van zijn prestaties en het geluid.
Iemand uit Australië schreef, dat deze trekker ieder jaar de hele zomer
lang een irrigatie pomp aandreef die kilometers verder op de vlakte stond
opgesteld. Het geluid was altijd te horen en zo gewoon als het geloei van
de koeien rondom de boerderij. Jaren later was dit geluid direct herkenbaar
voor hem.
Uiterlijk zijn er weinig verschillen tussen de types en het is dan ook moeilijk om het juiste type te bepalen.
Serie 1: Is te herkennen
aan de naar boven toe smaller wordende uitlaat. De spatborden komen vrij
breed over de achterbanden. De voorwielen zijn gegoten en hebben 5 gaten.
Er is geen cirkel rond de naam Field Marshall. Er zitten vlakke knoppen
op de handels. De stuurstang tussen de beide voorwielen zit achter de vooras
Serie 2: De achterassen steken niet meer uit de velgen. De voorwielen hebben
plaatvelgen. De uitlaat krijgt zijn definitieve vorm: vanaf onder tot boven
eerst dikker, dan weer dunner en tenslotte weer dikker. Het model heeft
smallere spatborden en bolletjes op de handels.
Serie 3: De draai richting van de motor is omgedraaid en het luchtfilter
is bol van vorm geworden. De vooras is in een H profiel gegoten en de fusee
assen zijn veel groter en de stuurstang tussen de beide voorwielen zit nu
vóór de vooras. De aftakas zit in het midden. Er zijn zes
in plaats van drie versnellingen vooruit en twee achteruit. Een kleine gashandel
is nu rechts geplaatst
Serie 3a: Als uiterlijk verschil is alleen de oranje kleur.
Het starten van deze
trekkers is een verhaal apart. Er zijn twee manieren. Bij de eerste wordt
een slinger gebruikt. Nadat de decompressie klep is gelicht en een lont
in de houder op de neus is geplaatst (op de foto linksonder, onder de nummerplaat),
kan door draaien aan de slinger de motor worden gestart. Dat dit de nodige
kracht kost is te zien op de foto hiernaast. Na een viertal omwentelingen
sluit de kleplichter de klep en zal de motor aanslaan. Wanneer dit niet
gebeurt moet eerst de lonthouder er uit en de gassen uit de cilinder gedraaid
worden. Hierna kan weer een poging worden ondernomen.
Bij koud weer is het bijna niet te doen om de motor op die manier te starten.
Hiervoor is een startinrichting bedacht die met een kruitpatroon werkt.
In plaats van draaien aan de slinger zorgt de ontsteking van de kaliber
twaalf patroon met traag kruit voor de nodige kracht om de motor in één
omwenteling te starten. De zuiger moet dan precies in de goede positie worden
gezet door een merk op het vliegwiel tegenover een pijl te plaatsen. Het
ontsteken gebeurt met een klap op de pin in de houder. Op de foto heeft
deze houder een rode handel.
Om deze patronen te mogen gebruiken is een wapenvergunning nodig.
Nog enkele bijzonderheden
over het onderhoud en gebruik van de trekker.
In de brandstoffilters wordt gebruik gemaakt van kaasdoek. Deze filters
moeten bij normaal gebruik om de vijf weken worden vernieuwd. Hanteren we
hetzelfde schema dan moet om de tien weken de zuiger worden gedemonteerd
en schoon worden gemaakt. Ook de poorten en de cilinderkop worden dan nagekeken.
Het luchtfilter bestaat onder andere uit cocoshaar dat in verwarmde motorolie
is gedrenkt. Het verbruik van motorolie is ongeveer vier tot zes liter per
acht uur. Deze olie loopt via een kanaal in de uitlaatbocht en lekt naar
buiten op het land.
In deze tijd met Tier III motoren is dat ondenkbaar.
Het exemplaar dat in 2008 in het museum staat, is via de Marshall hulp (what's in a name) in de Groningse provincie zijn werkzame leven begonnen. Toen familie van de huidige eigenaar naar Groningen verhuisden en de boerderij van de buurman in 1981 als uitbreiding kocht, stond de Marshall nog steeds in de schuur. De koop was snel gesloten. Na een grondige restauratie is het een mooi exemplaar dat voor de toekomst is behouden. De eigenaar ziet nog regelmatig de toenmalige trekker chauffeur. Deze is na de vele uren op de trekker inmiddels doof.
In de vitrine van het trekkermuseum is ook een miniatuur versie te zien.
Bronnen:
Vintage Tractor Special. Allan T Condie Publications. ISBN 0 907742 38 6
www.tractordata.co.uk/field_marshall