Het thema van 2018 is gewijd aan benzine en petroleum tractoren.
Vele merken hebben enige of langere tijd motoren met deze brandstoffen
toegepast in hun tractoren. In Europa was de diesel motor al snel geaccepteerd
als aandrijving maar in landen als Amerika en Australië ging de voorkeur
uit naar benzine. Dit ook vanwege de kostprijs van de brandstof. In Nederland
was benzine relatief duur en werden benzine motoren gebruikt die met een
verdamper waren uitgerust, zodat er het veel goedkopere petroleum kon
worden gebruikt. Groot nadeel hiervan was dat wanneer de temperatuur van
de motor en dus ook de uitlaat varieerde de brandstof in meer of in mindere
mate verdampte en daardoor een andere verbranding kreeg. Dit was het meest
merkbaar bij stationair draaiende motor omdat dan de motor afkoelde. Ook
starten op petroleum was niet mogelijk en daarom moest er ook een tank
met benzine zijn om de tractor daarop te starten. Bij het stopzetten van
de motor moest eerst worden overgegaan op benzine zodat de resterende
petroleum uit het brandstofsysteem was opgebruikt. Bij het opnieuw starten
werd dus direct benzine gebruikt. Wanneer de motor warm genoeg was werd
overschakelt op petroleum. Bij het uitvallen van de motor had men dus
een groot probleem omdat er geen benzine in het brandstof systeem zat.
Toen de dieselmotor steeds betrouwbaarder werd verloren benzine en petroleum
de voorkeur.
Hieronder de geschiedenissen van de merken die in 2018 met een of meerdere
tractoren binnen dit thema vertegenwoordigd waren in het Trekkermuseum.
De geschiedenis van Allis Chalmers
De geschiedenis van Cockshutt
De geschiedenis van Oliver uit 2022
De geschiedenis van Mineapolis-Moline
De geschiedenis van Mc-Cormick-International uit 2011
De geschiedenis van Volvo BM uit 2009
De geschiedenis van Massey-Ferguson (Harris) uit 2012