In 2008 en 2009 konden wij een voor Zeeland bijzondere tractor laten zien. De Cockshutt 20. Op zich is een telg van deze Canadese fabrikant niet specialer dan menig andere tractor, maar het plaatje met een rood kruis op de zijkant maakt deze tractor voor een Zeeuws museum bijzonder. Deze tractor was n.l. onderdeel van een schenking van het Canadese Rode Kruis na de watersnoodramp in 1953.
Toen
op 1 februari 1953 de dijken in Zeeland en westelijk Noord-Brabant en
ten Zuiden van Zuid-Holland doorbraken, en dit veel levens kostte, ging
dat ook in Canada niet ongemerkt voorbij. Op zich niet zo vreemd, omdat
er veel Nederlanders naar dat land waren geëmigreerd. Het Canadese
Rode Kruis begon een inzamelactie wat een enorm succes werd. Er werd besloten
om van die giften o.a. landbouw gereedschap, machines en tractoren te
kopen. Massey Harris en Cockshutt werden gevraagd hiervoor a.o. tractoren
te leveren. Door Cockshutt werd het model 20 hier het meest voor gebruikt,
omdat er nogal veel van op voorraad was vanwege overproductie t.g.v. de
oorlogsproductie. Daarnaast ook het model 30. Toen de actie was afgelopen
was er voor ongeveer 110 trekkers aan giften verzameld.
Met dezelfde verscheping werden ook tractoren van Amerikaanse makelij
meegezonden. In totaal werden 250 tractoren geleverd waaronder 50 stuk
International Farmall Cub, 60 stuk Massey Harris 22K, 115 stuk Cockshutt
20 en 25 stuk Cockshutt 30. Het is mogelijk dat alleen de Cockshutt
tractoren tot de Rode Kruis levering behoorden en dat de andere tractoren
een gewone levering was. De meeste trekkers werden ontdaan van hun
wielen zodat ze met twee in de kisten pasten om verscheept te worden.
De wielen gingen in aparte kisten. Met de Prins Willem III kwamen de goederen
aan in de haven van Rotterdam. Door verschillende importeurs werden enkele
tractoren weer samen gesteld en daarna werden de tractoren officieel overhandigd
door de Canadese ambassadeur in Nederland. Er was veel belangstelling,
bestuurders van landbouworganisaties, burgemeesters en wethouders, maar
ook boeren en hun vrouwen kwamen de trekkers bewonderen.
Op deze foto is te
zien hoe de ambassadeur van Canada omringd door de Zeeuwse dames van het
Westkappels dameskoor er getuige van is hoe een zending landbouwwerktuigen
uit zijn land enthousiast ontvangen werd.
Zeeuwse landbouwers die de zending in Rotterdam in ontvangst namen maakten
gelijk een proefritje op het nieuwe materiaal.
Vanuit de haven werd
een groot deel per trein naar Goes vervoerd. Na het lossen van dit transport
en het monteren van de wielen stond de straat voor het station vol met
tractoren. Een beeld dat grote indruk heeft gemaakt op de inwoners van
Goes en omstreken. Daarna werden ze bij importeur Massee opgeslagen in
een grote loods. Ook landbouw mechanisatie bedrijf Schipper was betrokken
bij de montage, uitlevering en het onderhoud.
Op iedere tractor kwam een plaatje van het Canadese Rode Kruis. Of er
op de Farmall Cub en de latere levering van Massey Harris ook zo een plaatje
kwam is mij niet bekend.
De Cockshutt trekkers werden volgens mij enkel geleverd met een brede
vooras. Deze as was niet de originele gebogen as maar een rechte van een
ander type. Wel was het misschien mogelijk om later een smalle vooras
bij te bestellen zoals bij deze die in ons museum aanwezig was.
Het type 30 werd in het kader van de Marshall hulp al eens eerder in 1946
in Nederland geleverd. De vooras van de 30 was niet de originele gebogen
as maar waarschijnlijk zijn voorassen van zwaardere typen gebruikt,
mogelijk zelfs van een ander merk.
Naast een tweede levering van Massey Harris Pony 11 en nog eens 125 stuk 22K en 25 stuk 33K werden vanuit andere landen ook tractoren gestuurd, zoals 50 stuk Minneapolis Moline, Bolinder Munktell 210, International DED en zelfs een Vierzon 302 die terecht kwam in Oude Tonge. Of op deze tractoren ook een dergelijk plaatje kwam is mij niet bekend.
De Cockshutt 20's
is een eenvoudiger versie van de 30 zonder onafhankelijke aftakas, maar
wel met een hefinrichting. Deze trekker was vooral populair bij de kleine
boeren en bij de grote als verplegingstrekker. Uitgerust met een 4 cil.
Continental F 140 motor met een cilinderinhoud van 2257 cc in benzine
uitvoering, levert hij 20 pk bij 1800 omw/min. Er was geen diesel uitvoering.
Naar het schijnt zijn de motoren in Nederland aangepast om op petroleum
te draaien. Allen werden geleverd met riemschijf en hydraulisch systeem.
Het type 30 heeft een 4 cil. Buda petroleum motor, type 4 B 153, van 28
pk bij 1650 omw/min en heeft een cilinderinhoud van 2500cc. Van
dit type verscheen later ook een diesel versie. Niet bekend is of deze
motor ook is aangepast voor petroleum. Wel is algemeen bekend dat deze
Buda motor veel betrouwbaarder was dan de Continental.
Deze firma is in 1832 opgericht te Goes en als handel in ijzerwaren en leverde later allerlei werktuigen voor de land- vee- en tuinbouw. In 1902 hebben zij een boekwerk uitgebracht waarin allerhande machines werd uitgelegd en het gebruik ervan gestimuleerd. In dit boekje staan afbeeldingen van werktuigen, maar ook van de gebouwen van de firma. In 1953 werden zij belast met de distributie van de Rode Kruis landbouw materialen. Bij de levering van de Cockshutt 20 trekker hoorde een door Massee vertaalde Nederlandse bedieningsvoorschrift.
Van het boekwerk en het vertaalde bedieningsvoorschrift hebben wij dankzij de heer J. Vermeule een digitale kopie. Wanneer u in het bezit wilt komen van dit document, stuur dan een bericht naar webmaster. Van het watersnood museum hebben wij een gekopieerde versie van het Engelstalige bedieningsvoorschrift voor de Cockshutt 20. Van de Cockshutt 30 hebben wij dankzij de heer K. Kommer een Nederlands bedieningsvoorschrift, een Engelstalig bedieningsvoorschrift en een Parts list. Deze zijn helaas niet digitaal.
James Cockshutt starte in 1877 de Brantford Plow Works, in Brantford Ontario Canada. Zijn motto was "mijn bedrijf zal groeien door de hoog staande kwaliteit van de producten". Dankzij de overname van de Wiard Junior Malleable Beam plow werden er in tweede jaar veel ploegen gemaakt. Na verbeteringen bleef deze ploeg 53 jaar onveranderd. Een andere ploeg van Cockshutt, de J.G.C. Riding Plow, was zo populair dat hij bekend werd als de ploeg die het westen ontginde. Helaas stierf James aan TBC, drie maanden voordat zijn patent op deze ploeg was geregistreerd. Zijn vader en broer zetten het bedrijf voor en de comp. naam werd gewijzigd in Cockshutt Plow Company.
In de vitrine van het trekkermuseum staat een miniatuur versie opgesteld met daarbij een afdruk van plaatjes die op de gereedschappen en machines werden geplaatst.
Om in de tractoren markt
mee te kunnen werd in 1924 begonnen met de verkoop van Hart-Parr trekkers.
In 1928 volgde een overeenkomst met Allis Chalmers. Eerst werd de 20/35
en daarna de United (U) onder de naam Cockshutt in Canada verkocht. In 1933
kwam hier een einde aan. Na1934 werden Oliver / Hart Parr trekkers verkocht
onder de naam en kleur van Cockshutt.
In 1946 lanceerde Cockshutt zijn eigen trekkerserie. Te beginnen met de
30. Dit was de eerste trekker met live PTO. In 1949 volgde de 40. De 20
kwam in 1952 op de markt en de 50 en D-50 volgde in 1953. Alle modellen
waren ook via de National Farm Equipment Co-Op onder de naam Co-Op en als
de Farmcrest via het postorder bedrijf Sears Roebuck in Amerika te koop.
Daarnaast ook nog door andere coöperaties onder andere namen. Toen
in 1954 Cockshutt de National Farm Equipment Co-Op uitkocht werd de 40 in
Amerika verkocht als Golden Eagle en in Canada als 40D4. Ook kwam in in
1956 de 35 op de markt nadat de Budda motor in de 30 was vervangen door
een Hercules motor. Dit model werd in Amerika verkocht onder de naam Blackhawk
35. De invloed van Oliver modellen, zoals het gegoten chassis, is duidelijk
te zien. De serie werd tussen 1956 en 1958 vervangen door de 500 serie (540,
550, 560, 570) in zowel benzine als diesel uitvoering.
Nadat de aandelen van Cockshutt sterk waren gedaald werd de maatschappij
opgekocht door de Engelse Transcontinental Comp. met de bedoeling het
bedrijf in betere tijden te verkopen. In 1960 kwam er abrupt een einde aan
de tractoren productie, omdat Oliver werd overgenomen door de White Motors
Comp. In 1962 nam White ook Cockshutt over. De tractoren werden voortaan in
Charles City, Iowa, USA gemaakt en zowel als Cockshutt en Oliver verkocht. De
fabriek in Brantford werd gebruikt voor de productie van Oliver en Cockshutt
combines.
De White firmanaam wijzigde in White Farm Equipment Comp. en bouwde vanaf
1963 de tractoren onder de naam White. Na enkele overnames en naamsveranderingen
is White in 1992 opgegaan in AGCO.
Het Rampenfonds, dat kort na de ramp werd opgericht zorgde voor de verdeling van de trekkers. Wanneer een boer een tractor of werktuig ontving werd deze verrekend met de geldelijke vergoeding die hij uit het Rampenfonds kreeg voor zijn werktuigen die verloren waren gegaan. De waarde van de tractor was de normale handels waarde. Omdat velen alles waren verloren en veel moest worden herbouwd was er weinig vermogen om een aanschaf zoals een tractor te kunnen permitteren. Een Cocshutt 20 koste fl 5350,-- en een 30 koste fl 7000,-- Veelal werd de tractor aanschaf dan ook gedeeld met familie of buren. Dikwijls met twee, drie of vier personen, maar in Klundert werd een Cockshutt 20 door 25 personen gedeeld. De verdeling ging zelfs zo ver dat er soms sprake was van een heel klein deel. Ongetwijfeld zal in het gebruik van de tractor de verdeling de nodige problemen hebben gegeven.
Het
volgende verhaal is van A. Zweemer. Iemand uit de plaats Rilland wilde
het bedrijf van zijn oom Nieuwenhuijse overnemen en toog naar Goes om
een tractor te kopen. Hij zag een exemplaar staan dat hij wel wilde aanschaffen,
maar wilde eerst nog overleg met zijn oom. Bij terugkomst op de boerderij
waren er drie buren te gast. Zijn oom vertelde dat hij de trekker niet
hoefde te kopen want er was een Cockshutt 20 beschikbaar gesteld voor
een aantal boeren. Iedere boer diende een deel te betalen. Na aanschaf
bleek oom Nieuwenhuijse de enige te zijn die daadwerkelijk op een trekker
over wilde gaan. De buren werden uitbetaald. Er was nog de gedachte om
de trekker twee jaar in de schuur te zetten en dan te verkopen of in te
ruilen en toch de trekker die hij in Goes gezien had te kopen, want zij
waren van mening dat die toch wel beter was. Het was namelijk verplicht
de verkregen trekker twee jaar in eigendom te houden. Hiervan werd afgezien
en de Cocshutt werd in gezet op het bedrijf.
Het betreft hier toewijzingsnummer 685.
Dhr. Lindenbergh uit Yerseke had geen gebrek aan een tractor maar wilde wel graag twee kisten waar de tractoren in waren vervoerd. Deze stonden bij Massee achter. Uit een briefwisseling voor toestemming van het Rode Kruis blijkt dat hij er een zolder van wilde timmeren.
Volgens het eerste verslag van het Rode Kruis in september 1953 over de verdeling van de buitenlandse goederen, blijkt dat van de 250 tractoren er 143 waren uitgeleverd. Hoeveel er in totaal zijn toegewezen is niet bekend. Van 67 model 20 en 14 model 30 is het contract terug gevonden in het archief van het Rode Kruis Nederland. In de Zierikzeesche Nieuwsbode van 1 januari 1954 werd een bericht geplaatst dat diegene die nog in aanmerking wilde komen voor een tractor deze te bezichtigen waren op 14 januari op de Schuithaven. Volgens een brief van het Rode Kruis stopte de officiële uitlevering op 1 maart 1955. Het lijkt er dus op dat de tractoren niet gemakkelijk konden worden gekocht door gedupeerden. De tractoren die geen bestemming vonden werden bij mechanisatie bedrijven geruild voor andere werktuigen en gereedschappen. Of op deze tractoren, die later toch ook in de verkoop kwamen een plaatje kwam is niet bekend. Tot op heden zijn er alleen Cockshutt tractoren met een rode kruis plaatje terug gevonden. Van de MH 22K en de Farmall Cub zijn mij geen modellen bekend die een dergelijk plaatje hebben. Dit doet ons vermoeden dat deze tractoren niet tot de originele Rode Kruis levering behoorden.
Er zijn nog veel onduidelijkheden
over de historie van de Rode Kruis tractoren. Herinneringen zijn door
de loop der jaren niet altijd in overeenstemming met wat werkelijk is
gebeurd. Daarom zijn wij nog op zoek gegevens over de aankomst van de
trekkers, de verdeling, de betaling of andere bijzonderheden. Ook zoeken
wij nog naar foto's van de Cockshutt's bij aankomst in Rotterdam, Goes
of eventuele andere plaatsen.
Om de lijsten zo compleet mogelijk te maken zijn wij op zoek naar de namen
en plaatsen en serie nummers van uitgeleverde tractoren. Ook van nog bestaande
exemplaren willen wij graag weten waar ze zijn, het serie nummer en de
herkomst hiervan.
Als u meer weet over deze geschiedenis of tractoren, dan horen wij dit
graag.
Tel: 0118-603017 of 0113-649525. Of mail naar webmaster@trekkermuseum-otmmz.nl
Reacties:
Mij is bekend dat er op Zuid- Beveland bij diverse boeren Cockshutt trekkers zijn gegeven door Canada. Bij van Gorsel en van der Werff op Rilland. Op de Cockshutt van C. van der Werff heb ik zelf nog gereden. Het was geen krachtpatser met 20 pk. Er zijn nog meer boeren maar bij wie weet ik niet excact. Ik zal nog navraag doen.
Chiel Kole, Krabbendijke
Bronnen:
Pionier (Uitgave van de Oude Trekker en Motoren Vereniging OTMV).
Oliver Tractors van Robert N. Pripps
cockshutt.com.
oliverinformation.com.
Zierikzeesche Nieuwsbode
Archief Rode Kruis Nederland
TracteurRetro
Wanneer uw naam op één van de lijsten of op deze pagina voorkomt en u heeft daar bezwaar tegen, dan kunt u zich wenden tot webmaster@trekkermuseum-otmmz.nl