De dors en stoppeldag is
dit jaar gehouden samen met het Oogstfeest te Oudelande. Op een perceel net
buiten het dorp werd de oogst en dors demonstratie gegeven. In het dorp was er
gedurende de ochtend en een deel van de middag een demonstratie ringsteken.
Daarna gevolgd door een rondgang door het dorp met oogst en andere taferelen.
De Burgemeester van Borssele, Gerben Dijksterhuis opende eerst het feest in het dorp door een ring
te steken. Dit had hij al eerder mogen doen tijden de opening van het
Trekkermuseum. Zo bouwt men ervaring op. Daarna opende hij de dorsdag door de eerste schoven in de
dorsmachine te voeren. Hierna liet hij zich uitgebreid informeren over
de verschillende werktuigen, machines en tractoren.
Het gedeelte van de oogst was echter moeilijk dit jaar vanwege de langdurige
droogte en het warme weer. De tarwe was al een tijdje van het veld af. De
McCormick binder stond er dan ook werkeloos bij. Wel was al eerder een gedeelte
door deze machine
gebinderd en op wagens geladen zodat deze schoven als demonstratie gedorst
konden worden. Hiervoor waren een drietal dorsmachines opgesteld.
Als oudste werd, aangedreven door een stationaire motor, de Minerva-Hütte
stiften dorsmachine gedemonstreerd. Deze machine is van ongeveer 1890. Met de
hand worden kleine hoeveelheden graan toegevoerd. De trommel met pennen slaat
het graan uit de halmen. De korrels vallen over een slede achter de machine en
worden opgevangen op een zeil. Dit was vroeger de dorsvloer. Hierna zal het
graan door een wanmolen gevoerd moeten worden om het te schonen. Het stro
gaat niet door de machine en wordt op een hoop verzameld. Ook bonen kunnen met
deze machine worden gedorst. Ideaal voor kleinere boerderijen. deze soort
machines worden in landen als India nog steeds gebruikt voor het dorsen van
bonen en rijst.
De tweede machine is een nieuwe aanwinst van een lid en
werd voor de tweede keer gebruikt. Dit is een een Zweegers dwars dorsmachine
uit de periode 1930 tot 1940 en ook deze werd door een stationaire motor
aangedreven. De trommel is al wat groter en agressiever. Ook hier wordt het
graan met de aren naar voren in de trommel geschoven. Na het dorsen gaat hier
het stro wel door de machine en komt op een schudder terecht. Hier worden de
laatste korrels uit de aren geschud, waarna het stro weer wordt verzameld.
De korrels gaan hierna door een windmolen waar ze worden geschoond van kaf.
Met deze machine kan ook vlas worden gerekeld (gedrorst).
De derde en grootste machine is een PTB met Borga pers er achter
en deze dateert van na de 2e WO tot ongeveer 1955. Deze machine
werd door een IHC Farmall BMD aangedreven via de dorspoelie. Hier wordt het
graan in schoven op een transportband gegooid en naar de dorstrommel gevoerd.
Hierna komt alles op schudders en worden de korrels gezuiverd van kaf e.d. en
dit komt in jute zakken terecht. Een zakkenlift helpt iemand van de dorsploeg
om deze op de schouders te nemen en op een wagen te brengen. Het
stro komt aan de achterkant uit de machine en wordt direct naar de pers
geleid waar het in balen wordt geperst. Deze worden daarna in een klamp of op
de wagen gezet. Een complete fabriek voor die tijd.
Een andere
bijzonderheid was de Fordson F uit 1920 met CLM 2 cilinder diesel motor. CLM
is een samenwerkingsverband tussen het Duitse Junkers en het Franse Peugot.
Kenmerk van de motor is dat deze twee zuigers in een cilinder heeft die
tegenovergesteld aan elkaar bewegen. Van deze conversie zijn er 150 gemaakt.
Slechts enkele hebben de tijd overleeft en deze heeft veel van zijn kleur
verloren maar is goed geconserveerd met lijnolie. Onder het motto jong geleerd
is oud gedaan mocht de zoon van de eigenaar ook een rondje maken.
Foto's beschikbaar gesteld door:
H.M. de Troije.